Naar school gaan zal er voor Adriaan niet of nauwelijks hebben ingezeten. Vele handen maken licht werk en iedere cent was er één.
Van de kinderjaren van Adriaan weten we nauwelijks iets. Zijn broers waren 13, 12 en 7 jaar ouder; Maria was 10 jaar ouder en hij kan eigenlijk alleen met Johanna, die twee jaar ouder was, gespeeld hebben. Toen hij geboren werd was zijn vader al 51. Deze had bovendien een handicap - omschreven als "een wanstaltige voorarm" - hetgeen we weten uit de stukken van de Militaire Dienst; hij was afgekeurd. Ongetwijfeld heeft dit de financiele positie van het gezin nadelig beinvloed. Moeder Wilhelmina wordt bij de geboorte van haar zevende kind nog als "arbeidster" vermeld waaruit mag worden afgeleid dat ook zij nog buitenshuis werkte, het meest waarschijnlijk bij de boeren in de omgeving. Naar school gaan zal er voor Adriaan niet of nauwelijks hebben ingezeten; vele handen maken licht werk en iedere cent was er een! Thuis was niet veel te beleven. Een met stro gedekt laag huisje. Slapen op zolder waar je door de kieren de sterren kon zien. 's Zomers heet, heet, 's winters berekoud met alleen een turfkachel beneden en een petroleumlamp als licht. "Houden jullie vannacht je trui en sokken maar aan en doe je cape over het bed." En altijd vochtig door het kwelwater van de rivier.
In 1883, Adriaan is dan negentien, wordt hij ingeschreven voor de Militaire Dienst en loot hij nr 11. Op 12 juni 1884 moet hij opkomen bij het 8e Regiment Infanterie. Zijn lengte is dan 1.79 meter; hij heeft een rond aangezicht met een smal voorhoofd, bruine ogen, een spitse neus, ronde kin en bruin haar. Op 15 September 1885 gaat hij met groot verlof; op 10 augustus 1887 keert hij weer in de kazerne terug om op 13 september d.a.v. weer met groot verlof te gaan. Op 30 April 1891 wordt hij vanwege het beeindigen van de diensttijd definitief ontslagen en krijgt het bewijs van goed gedrag (bron CBG Den Haag Stamnr. 76902)
De Wet staat het Adriaan nu toe te trouwen omdat hij aan de dienstplicht heeft voldaan. Zijn achternichtje, die net als zijn moeder ook Wilhelmina van Loon heet, zal hij ongetwijfeld zijn hele leven al goed gekend hebben. Het gezin van zijn latere schoonouders woonde weliswaar overal in Nederland maar kwam voor kortere of langere tijd toch altijd weer terug naar Hedel. De jonge Wilhelmina was sinds oktober 1892 al in verwachting en nog net op tijd wordt op Vrijdag, 14 April 1893 het huwelijk tussen Adriaan Verhoeven en Wilhelmina van Loon voltrokken te Wijk en Aalburg, aan de overkant van de Maas bij Heusden, waar het gezin van Loon toen woonde. Zijn vader is dan al overleden maar zijn moeder, zijn schoonouders, zijn zwager Adriaan van Loon en zijn oom Dirk Verhoeven zijn bij het huwelijk aanwezig en getuigen. Fier staat de handtekening van Wilhelmina onder de huwelijksakte, Adriaan had het schrijven nooit geleerd. Het is waarschijnlijk dat de familie van Loon vanaf dit moment min of meer de leiding heeft genomen. Adriaan Verhoeven had of koos hetzelfde vak als Krinus van Loon, zijn schoonvader, t.w. polderwerker. Beiden moeten waarschijnlijk tot de categorie van "kleine onderaannemer" worden gerekend; zij zorgden voor een ploeg polderwerkers, onderhandelden met de aannemer over de prijs, regelden met hem de huisvesting, verdeelden de lonen die zij van de aannemer ontvingen, kortom een soort voorlopers van wat wij tegenwoordig een koppelbaas zouden noemen. Wilhelmina zal het klappen van de zweep thuis hebben geleerd en zij is ongetwijfeld de drijvende kracht geweest achter de ontwikkelingen in de eerste tien jaar van hun huwelijk.
Drie weken na de huwelijksdag vertrekt Adriaan naar "Franseveer", een plaats die tot nu toe onvindbaar is. Dit is maar een kortstondig verblijf geweest. Want op 29 juni 1893 geeft Adriaan, samen met Dirk Kieft, de koster en Johannes Baptist d'Hane, een vrachtrijder, in Hoofddorp de geboorte van Johanna Wilhelmina om 3 uur in de middag in het huis 32G aan. Een pikante bijzonderheid is, dat de vader en bijgevolg ook de dochter als "Verhoeve" worden opgeschreven.
Vak G werd in de Haarlemmermeer begrensd door de Vijfhuizerweg, de Spieringerweg, de Kruisweg en de Dijk. Net buiten Vijfhuizen ligt daar een oud fort aan de Geniedijk dat tot de "Stelling van Amsterdam" behoort. Het zuidelijke deel van de Haarlemmermeer kon onder water worden gezet om de vijand tegen te houden, het fort Vijfhuizen lag dan aan de rand van water en land en bestreek het schootsveld in de richting Bennebroek-Heemstede.
Op 16 augustus 1894 wordt Adrianus ingeschreven te Heemskerk. Wilhelmina voegt zich op 30 oktober bij hem met de kleine Johanna Wilhelmina, zij komen dan uit Wijk en Aalburg. Wilhelmina is weer in verwachting en is naar huis gegaan tot er in Heemskerk weer huisvesting is geregeld. Dat is dan een schuur Nr. 52 gelegen aan of bij de Kersenvaart nr. 112. Sinds 23 februari 1894 bevinden zich al 11 arbeiders uit Hedel in Heemskerk; hieronder bevinden zich Adriaans oudste broer Goossen, zijn oom Dirk Verhoeven en o.a. ook Johanna Kramers die als enige vrouw tot dit gezelschap behoort. Hier is dus wel heel duidelijk sprake van een "eigen ploeg" waarvoor als behuizing D 4b wordt opgegeven. Nader onderzoek is nog nodig maar juist in deze tijd wordt de aardlaag op het fort versterkt.
6 februari 1895 wordt 's avonds om zeven uur Johannes geboren aan de Kersenvaart 112. Medeaangevers zijn Jan van Dam, kastelein en Adrianus Staal, de schoolmeester.
Maar geen rust voor Wilhelmina. Als de klus in Heemskerk is geklaard verhuizen zij op 24 april 1895 naar Beemster aan de Zuiddijk B bij, alweer, het fort. Op 16 December 1895 gaat het verder, nu naar Jispwaar zij bij A. Baas te Spijkerboor wonen, direct bij fort Spijkerboor.
Op 8 Juli 1896 wonen Adriaan en Wilhelmina alweer in Kudelstaart in wijk 4 nr. 191, dat is vlak bij het fort, als Wilhelmina Johanna wordt geboren. Naast de vader fungeren Maarten Eveleens, werkman en Gerrit Naame, touwslager als mede-aangevers.De officiële inschrijving in het bevolkingsregister in Kudelstaart vindt eerst op 30 juli 1896 plaats.
Verder gaat het naar Wonseradeel aan de andere kant van de Zuiderzee waarheen op 2 maart 1897 werd verhuisd. Over hoe lang het verblijf daar is geweest ontbreekt nog informatie.
In elk geval woont het gezin op 23 maart 1899 in Beverwijk aan de Slangenweg als op die dag Cornelia wordt geboren. Mede-aangevers zijn Cornelis Kosman, tapper en Hendricus de Boer, gemeentebode.
Op 18 September 1901 vertrekt het gezin naar Hillegom
waar zij de volgende dag in het Bevolkingsregister worden
ingeschreven. Toen het werk in de Waterleidingduinen
ten einde liep, werd er natuurlijk omgekeken naar een
alternatieve broodwinning. De tijden waren veranderd, er kwamen
steeds meer machines. In Hillegom werden de duinen afgegraven,
daar breidde de bloembollenteelt zich explosief uit en was
werk te vinden. Er moest hoe dan ook brood op de plank
komen! In de komende twintig jaar krijgt het gezin met veel
narigheid te maken. Natuurlijk zijn er de vreugdes van het
opgroeien van de kinderen en de daarmee gepaard gaande
familiefeesten en ook het uiteindelijk betrekken van een
geheel nieuw, fatsoenlijk huis met een eigen pomp en
verlichting op stadsgas moet een grote gebeurtenis zijn
geweest.
Maar ook de tegenslagen blijven niet uit. Wilhelmina wordt
rheumatisch, waarschijnlijk een gevolg van te veel, te lang
en te hard werk in vochtige keten in natte polders.
Hieronder volgen in chronologische volgorde de
gebeurtenissen zoals zij uit de bij de overheid berustende akten
en stukken blijken. Sommige dingen waren volkomen nieuw voor me,
andere wist ik wel maar zij krijgen nu een zwaardere,
bedreigende betekenis door de snelheid waarmee de
dingen achter elkaar gebeuren.
Naschrift
Dit moet oma met links Cornelia en rechts Johanna Wilhelmina zijn. Daarmee is de foto ook gedateerd want beide dochters zijn in 1917 resp. 1918 aan de Spaanse griep overleden. Oma lijdt inmiddels hevig aan rheumatiek hetgeen aan haar houding maar vooral aan haar handen is te zien.
Mijn vader Korunus Cornelis en zijn zus Cornelia officiëel gefotografeerd bij gelegenheid van hun aannemen. Het origineel van de foto is zwaar beschadigd. Dit is een foto met een ontroerend verhaal. Toen Cornelia enkele jaren later overleed was er behoefte aan een mooie foto ter herinnering aan haar. Die was echter niet beschikbaar. De fotograaf, waarschijnlijk de Haas in Hillegom, heeft op de glasplaat (het negatief) mijn vader helemaal weggeretoucheerd. Er is toen minstens één grote foto afgedrukt en op carton geplakt die thans nog in het bezit is van Aat Murk. Op die foto kan je aan de krassen op de rechterzijde duidelijk zien dat het retoucheren zijn sporen heeft achtergelaten. Die foto vind je bij het persoonsrecord van Cornelia.
Foto genomen van een groot ingelijst portrait. Dit schilderij heeft jarenlang ook bij ons aan de 3e Loosterweg in de voorkamer (de "goede" kamer) gehangen hetgeen ik mij pas weer herinnerde toen ik de afbeelding er van zag. En dat terwijl ik mij in de eerste vijf jaar van mijn genealogisch onderzoek geen voorstelling kon maken van hoe mijn oma er bij leven had uitgezien.
Foto is genomen op de 3e Loosterweg. Op de achtergrond het oude huis van Vrugt in "het laantje". Wie van ons herinnert zich Asta niet? Opa ziet er hier nog goed uit, ik weet niet van welk jaar de foto is.
Een gedeelte van dit artikel verscheen eerder in de "Verhoeven Kroniek" 3e jaargang, Juli 1999.